Het verhaal van mijn ziekte
Op de tweede dag van onze vakantie in het prachtige Tsjechië werd ik ziek, ik had zulke pijnscheuten in mijn scheenbeen dat ik er niet van kon slapen. Het voelde alsof ze een doosje naalden in mijn been hadden ingebracht. Een dag lateer begon het gezweet en was de pijn in mijn benen nog steeds in alle hevigheid aanwezig. De pijn ging maar niet weg en we besloten onze vakantie een week eerder dan gepland af te blazen en terug naar huis te rijden.
De week er op ging ik met mijn klachten naar de huisarts, ik had last van mijn onderbenen en had, vooral ’s avonds, verhoging en in mijn slaap zweette ik als een otter. Als ik al sliep. Uit wat beenoefeningen bleek dat ik nauwelijks kon hurken. Als ik diep zakte ging kermde de pijn door mijn lijf. Ik liep als een oude man. De huisarts kon niet zoveel met de verhoging en raadde mij aan de temperatuur op te nemen en als deze hoog was contact op te nemen. Verder leek het op overbelasting van de onderbenen en dat zou vanzelf over moeten gaan door wat onbelaste oefeningen te doen (benen in de lucht en wat draaien, dat werk).
Meteen heb ik bij de aanlengende apotheek voor het eerst in mijn leven een temperatuurmeter gekocht. We gingen weer naar huis, en toen ik ’s avonds de temperatuur opnam bleek ik 39.7° te hebben. Ik had de meter onder mijn tong gestoken en las dat dit minder betrouwbaar was dan in de poepert, de afwijking zou ongeveer minus een halve graad zijn,hetgeen zou beteken dat ik 40.2° mat. Nu ja, dan weten we dat ook weer, dacht ik en probeerde verder te slapen. Mijn geliefde was volkomen terecht ongerust en sleepte mij om half negen ’s avonds naar de huisartsenpost.
In het wachtlokaal hielden zich zo’n twintig mensen op, ik voelde me doodmoe en slap en wilde er weg. Gelukkig was ik snel aan de beurt. Nadat ik het hele verhaal gedaan had moest ik urine achterlaten en uit een test bleek dat het eiwitgehalte verhoogd was. Dit zou op een ontsteking duiden. Voor de rest niets aan de hand, maar het leek zinvol (nadat de huisarts met de internist telefonisch had overlegd) toch even naar het ziekenhuis te gaan.
Bij het ziekenhuis aangekomen kon ik gelijk doorgaan naar de Spoedeisende Hulp. Dat was ongeveer anderhalf kilometer lopen. Mijn geliefde zei nog dat als het echt spoedeisend was, de spoed er wel van af zou zijn als je eenmaal op de afdeling was gearriveerd was. Ik mocht meteen plaats nemen in een kamertje en wederom mijn hele verhaal aan een assistent uitleggen. Hij zei dat het zeker drie uur zou duren en ik wellicht de nacht moest blijven. Er zouden röntgen foto’s van mijn longen worden genomen, urine zou worden onderzocht en via een infuus tapte hij liefst zes bloedstalen af.
We zaten in een uitermate ongezellig kamertje en het vooruitzicht hier zo lang te moeten blijven bekoorde ons allerminst. De man van de röntgenfoto’s (Cor) kwam snel, de foto’s waren zo genomen en het lange wachten begon. Rond middernacht kwam eindelijk de internist. Hij had een gebruikte envelop bij zich, schijnbaar zo uit de post, en een pen. Wederom mocht ik mijn verhaal doen. Toen vraag hij mij waarom ik daar eigenlijk was. Ik was zo moe dat ik lijdzaam antwoordde dat ik hier was omdat ik was doorverwezen. Hij zei dat hij dat hij dat snapte, maar vroeg nogmaals waarom ik daar eigenlijk was. Mijn geliefde meldde nog dat ze de verhoging van het eiwit, hetgeen duidde op een ontsteking, nader wilden onderzoeken. Hij krabbelde van alles op de gebruikte envelop (het leek wel een voetbaldeal die achterop een bierviltje werd vastgelegd) en zei dat ze niets hadden kunnen vinden. Het devies was bed houden en eens in de zes uur 400 Mg paracetamol nemen.
Terug thuis gekomen kon ik eindelijk gaan slapen.